27 September 2016, 18u. 1 telefoontje onderweg van Antwerpen naar Lokeren, meer was er niet nodig om een vlucht te boeken naar Cuba met vertrekdatum 1/11/2016.
Zowel Miek als ik wouden al lang eens samen op reis. Omdat we beiden de laatste jaren vooral in Azië/Oceanië reisden en allebei Spaans spreken leek het voor de hand te liggen dat we deze keer een Spaanstalig land zouden kiezen. En aangezien Cuba de laatste jaren aan een enorme verandering bezig is was de keuze snel gemaakt. Nog snel even het authentieke Cuba zien, vooraleer alles daar ingenomen wordt door Amerikaanse ketens en Chinese namaak. Vooraleer ze geen salsa meer op straat dansen maar binnen achter hun iPad’s, iPhone’s en iMac’s kruipen. Vooraleer de standaard drankenkaart uitbreidt naar Heineken, Budweiser & Stella Artois of Gin X, Y, Z met Tonic A, B, C i.p.v. Mojito, Daiquiri & Cuba Libre of een frisse Cristal-pint.
Maar dus, het reisverslag.
Dag 1: Varadero – Matanzas
Na een rechtstreekse vlucht vanuit Brussel (Tui, +/- 580€ h/t) landen we rond 15u in Varadero. Kei-enthousiast schuiven we aan bij de douane om onze paspoorten te laten afstempelen en ons visum af te geven. Miek eerst, ik erna. En ja hoor, voor het eerst in mijn reiscarrière heb ik het vlaggen. Het mevrouwtje van de douane kijkt me aan, van kop tot teen. Dan kijkt ze naar mijn Spaans reispas. Ze fronst haar wenkbrauwen en neemt de telefoon. ” Española?” vraagt ze. “Maar dan vanuit België?”. Ik knik. En lach. Had ik misschien niet moeten doen. 10 seconden later staat er een mini-Fidel naast mij. “Meekomen señorita!”. “Si señor!” Net geen 2 vingers horizontaal onder m’n neus gehouden.
Aan een trouwreceptietafeltje haalt Fidel een papier boven en een stylo: “dime, que haces aqui?”. Ik voel mij al wat rood kleuren en zeg doodleuk: “ah, rondreizen éh! Met mijne rugzak”. Fidel fronst en vraagt waarom ik als Spanjaard vanuit België vlieg. Ik vertel het hele verhaal van hoe mijn Canarische opa in de jaren 60 werk had gevonden in de fabriek in Lokeren, mijn abuela en de kids liet overvliegen en dat mijn ma en pa elkaar leerden kennen in’t café op de Oude Bruglaan. Dat ze trouwden en kindjes kregen en dat wij dan toevallig dubbele nationaliteit hebben. Fidel schrijft vlijtig alles op maar is niet onder de indruk van mijn romantisch verhaal. “Tienes trabajo?” is de volgende vraag. Maar natuurlijk! Ik werk bij Attentia! “Atención?”, kunt ge da eens opschrijven? Ik schrijf het adres en de naam van mijn werkgever op en vraag aan Fidel wat de bedoeling is. Hij doet teken dat ik dat niet moet vragen. Dus we doen verder. Ik zeg hem dat Miek al door de douane is en met onze rugzakken (die we op Zaventem omdoopten tot Fidel en Raul, zou ik het hem zeggen?) waarschijnlijk kei-ongerust aan het wachten is op mij. “Mjiieeeck?” vraagt hij? Si! zeg ik: Mjieeeck Bandenstok, mi amiga! “Schrijf die naam eens op mijn bladje!”. “Jahwöl Fidel!”. “Dus jij komt geen werk zoeken in Cuba?”. Ik lach me diep van binnen een breuk en zeg net niet dat ik wel gek zou moeten zijn om mijn job op te geven om voor 15€ gemiddeld maandloon in Cuba te gaan werken. “No señor, solo vacaciones!”. “Hmmm, en waar gaan jullie allemaal naartoe?”. Vlotjes komt de totaal niet geplande reisplanning die we een week geleden besproken hadden eruit. “Matanzas, Havana, Viñales, Playa Larga, Cienfuegos, Trinidad en Varadero señor!”. “En verblijf? “. “Aaahh dat moeten we nog nekeer bekijken señor als we ergens toekomen, we zijn zo geen planners”. “Maar we slapen vanavond in Matanzas wel bij fulano en fulana”. Hij noteert het adres waar we vanavond verblijven en zegt: “bueno!”. “Kom maar mee!”. Halelujah! Eindelijk naar de paspoortcontrole en eindelijk de nodige stempels in mijn reispas. Ik doe het poortje open en zie Miek al op teenslippers staan met Fidel en Raul (de rugzakken) naast haar. Ik lig strijk, deze reis heeft al alle voortekenen om een topreis te worden.
Miek gaat aanschuiven aan het wisselkantoor om onze eerste Cubaanse Convertibles te wisselen terwijl ik de taxichauffeurs afloop om te checken wie ons voor welke prijs naar Matanzas kan brengen. Nu we dan toch aan de praktische info zitten: in Cuba betalen ze met 2 munten. Er is de Cubaanse Convertible (de CUC waarmee de toeristen betalen die normaal gelijkloopt met de US-dollar) en de Cubaanse Peso (de CUP, 25 CUP = +/- 1€, de munt waar de Cubanen mee betalen). Als je een sluwe Cubaan tegenkomt durft deze wel eens “per ongeluk” terug te geven in CUP, wat dus een beetje gelijk staat als “in’t zak gezet worden” dus check best steeds je wisselgeld en laat vriendelijk weten dat hij zich vergist heeft. De gele taxi’s zijn de toeristische staatstaxi’s (vaste tarieven Varadero – Havana, Havana – Viñales,…) , de oldtimers zijn particulieren die zowel Cubanen als toeristen meenemen en waarvan de prijs dus afhangt van met hoeveel volk je in een taxi zit (en waar je naartoe moet ook dus). De toeristen spreken op de luchthaven elkaar aan om met zoveel mogelijk samen te rijden om de kosten te delen. Vervoer is namelijk niet zo goedkoop in Cuba. De low-budget reizigers kunnen gebruik maken van de Viazul bussen (http://www.viazul.com/). Deze zijn vrij goedkoop maar doen iets langer dan een taxi over de afstanden (Varadero airport -> Havana is 10 CUC en duurt 3u). Naar Matanzas moet blijkbaar niemand dus betalen we 30CUC met de taxi tot daar.
We komen na een half uurtje rijden aan aan onze eerste casa. De eigenaars zijn superenthousiast en vertellen ons kort hoe Matanzas in elkaar zit. We droppen onze spullen en gaan voor een korte stadswandeling. Vooral kort, want zoveel nuttige dingen zijn er niet te zien in Matanzas. En vooral: we hebben een dorstje. We vinden vrij snel een lokale kroeg waar de CL-match ManCity-Barça opstaat en bestellen onze eerste Cubaanse pintjes (Cristal, 2cuc). In de verte zien we 2 toeristen met hun rugzak zeulen, zoekend naar hun casa. Diezelfde toeristen die we op de luchthaven aanspraken om een taxi te delen. Sukkeleirs! We hadden veel goedkoper hier geraakt mochten die twee niet zo argwanend geweest zijn. Achja, wij zitten ondertussen al aan onze derde pint en zij zoeken zich te pletter. Fair enough! Ondertussen zijn de eerste contacten met de locals gelegd en al gauw hangen we vast aan een etentje met 2 dronken Cubanen. We nemen ze mee op restaurant, trakteren ze en spreken af om later, wanneer we terug naar België keren heb te contacteren om opnieuw af te spreken. Yeah right, as if! Tegen een uur of 10 is ons licht uit en kruipen we ons bed in. Morgen vertrekken we naar Havana, daar kijken we zo hard naar uit!